Thema's
Middag 1: focus (wat is mijn doel?)
Middag 2: gevoel (hoe maak ik beter verbinding met medewerkers en klanten?)
Middag 3: plezier (hoe combineer ik speelsheid met resultaat?)
Middag 4: kracht (hoe pak ik door en hoe incasseer ik beter?)
Middag 5: intuïtie (hoe vergroot ik mijn invloed en leid ik procesgericht?)
Middag 6: voorouders (hoe laat ik aangeleerde overtuigingen los die mijn leiderschap belemmeren?)
Middag 7: polariteit (hoe ga ik om met aantrekkingskracht en weerzin?)
Intuïtie
Zoals gezegd: wij houden het graag eenvoudig.
We hanteren als kapstok het model van de innerlijke familie (middag 2 t/m 5). Elk familielid staat symbool voor een aantal gedragingen. Het jongetje is speels, het meisje is gevoelig en de man bijt door en is gefocust. De vrouw is procesgericht en weet wat er écht toe doet. Met haar intuïtie stuurt de anderen aan.
De innerlijke familie is een simpele, effectieve manier om jezelf te leren kennen en betere keuzes te maken. Je leert namelijk wanneer je een familielid naar voren moet schuiven en dus hoe je gedoe voorkomt. Bijvoorbeeld, een medewerker die zich eindelijk kwetsbaar opstelt en zegt dat hij teveel werk heeft (meisje), wil van jou geen argumenten waarom hij ongelijk heeft (man).
Voorouders
Een goede leidinggevende weet van zichzelf wat zijn voorkeursgedrag is. Dat komt voort uit de geboden en verboden van onze voorouders. Denk aan bijvoorbeeld 'doe normaal', 'stel je niet aan' of 'wees altijd vriendelijk'. Er is niets mis met voorkeursgedrag, maar om een team goed te leiden heb je veel meer nodig. Daarom besteden we een middag aan het ontdekken hoe jij zelf wilt leiden, dus zónder de beperkende overtuigingen vanuit jouw opvoeding.
Seksualiteit
De laatste middag besteden we aan polariteit. Iedere leider ontmoet medewerkers of klanten die hij aantrekkelijk of juist onaantrekkelijk vindt. Die biologische reactie is nauwelijks uit te schakelen. In de meeste trainingen blijft dat aspect volkomen onbelicht. Wij besteden er wél aandacht aan. Een goede leidinggevende staat stevig in zijn eigen seksualiteit. Hij kan zakelijk flirten, vermijdt geen mensen, laat zich niet verleiden en treedt op tegen omgangsvormen die een onveilige werkomgeving creëren.